Airflow in de neus
Overal waar lucht in beweging is ontstaat luchtstroom.
Deze stroming word airflow genoemd. Binnen in de neus stroomt de lucht ook.
Het ontwerp van de neus maakt dát de lucht kan stromen.
Tegelijkertijd heeft de neus deze luchtstroom nodig om goed te kunnen functioneren.
Er vind een interactie plaats tussen de lucht en de inwendige neus organen.
Deze interactie is nodig zodat:
- de hersenen signalen krijgen over de hoeveelheid en de kwaliteit van de lucht
- het slijmvlies actief kan worden doordat de luchtstroom er langs stroomt
- het reukepitheel geuren kan doorgeven
Het gehele ontwerp van de neus bepaald dat én hoe deze interactie plaatsvind.
De neus is ontworpen als een soort stofzuiger met een inwendige windversneller: de neusschelpen zijn een turbine. Alles is erop gericht om de lucht met een bepaalde lucht weerstand langs alle organen naar boven te transporteren.
Airflow en neuscomfort
Een goede airflow heeft dus een belangrijke fysieke functie. Bij een verstopping is de airflow verstoord. De lucht stroomt niet goed door de neus. Dit geeft een vervelend gevoel. Als de luchttoevoer te groot is dan worden wij duizelig met ademen. Ook dit is niet comfortabel.
Neusoperaties en airflow
Door bijna elke neusoperatie veranderd de airflow in de neus. Dat kan niet anders, want er word iets uit de neus gehaald, erin gezet of de vorm word veranderd. Hierdoor word de luchtstroom anders. Dit kan uw ademhalingscomfort beïnvloeden.
Artsen kunnen niet 100% van te voren voorspellen hoe een operatie de airflow beïnvloed...of wel?
Met CFD, Computized Fluid Dynamics kan er vanaf een scan een grafisch model van de neus gemaakt worden. Een arts kan dan op de computer een operatie uitvoeren (High Tech neuskunde!) en hiermee ook de veranderde luchtstroom bepalen!
Zo weet hij precies welk effect een operatie op de luchtstroom gaat hebben.
Wauw! Wat een techniek!
Helaas is dit alleen mogelijk bij professor Esteban in Spanje...voor zover wij weten.
Een CFD model maken kost ca. €1800,-. Maar het zou dus heel goed zijn wanneer meer artsen hiermee gingen werken, zeker als het om belangrijke ingrepen gaat.
Airflow factoren
Het complete stroompatroon is een samenspel binnen het gehele fysieke ontwerp van de neus. Vorm en dikte van weefsels en been bepalen hoe de lucht zich gedraagt. Een kleine verandering aan het fysieke ontwerp van de neus kan een groot gevolg hebben voor de airflow.
De neusgaten
De route die de lucht aflegt begint bij de neusgaten. De lucht moet een bepaalde snelheid hebben zodat de neus goed kan functioneren. Daarom zitten er 2 kleine neusgaten onderin de neus. Dit heeft 3 redenen:
- De gaten zijn klein, zodat de luchtstroom geforceerd geconcentreerd is. Het formaat dwingt het lichaam tegelijkertijd om met een bepaalde kracht te ademen.
- Er zijn 2 gaten. Dit verzorgt een grotere concentratie van de luchtstroom dan 1 groot gat dit zou kunnen.
- De rest van de neus is ook in 2 delen verdeeld. Hierdoor zijn 2 smalle kanalen ontstaan die de geconcentreerde luchtstroom mogelijk maken.
De neusschelpen
Een belangrijke regulatie van de luchtstroom vind plaats door de neusschelpen. Aan beide neuswanden hangen 3 neusschelpen. De lucht stroomt tussen de 4 spleten die gevormd zijn tussen deze schelpen.
De stroming die bij het inademen ontstaat word een laminaire luchtstroom genoemd. Dit wil zeggen dat de luchtstromen parallel langs elkaar verlopen. Bij het uitademen is deze stroming niet laminair maar turbulent.
Een turbulente luchtstroom langs de neusschelpen is soms functioneel. De lucht raakt de neusschelp en het slijmvlies vaker en harder aan. Hierdoor word het slijmvlies meer geactiveerd. De signalen over de ademhaling worden beter doorgegeven aan de hersenen. De luchtdruk, temperatuur, en de snelheid van de lucht worden gemeten door sensorische cellen en zenuwen in de neusschelp spleten. Hiermee word ons autonome ademhalingsstelsel optimaal afgestemd.
Luchtweerstand en vorm
Een neusschelp bestaat uit een stukje bot bekleed met zwellichaam en slijmvlies. De hoeveelheid weefsel bied de lucht weerstand. Concreet is de onderste neusschelp de hoofd regulator van de lucht in de neus. Deze neusschelp is het grootst en bied de meeste weerstand aan de lucht. Indien hij te klein is bied de neusschelp onvoldoende luchtweerstand. De vorm van de neusschelp heeft ook invloed op de luchtstroom. Doordat het weefsel in de vorm van een worst hangt stroomt de lucht tussen de spleten door bij het inademen. Bij het uitademen stroomt de lucht over de worst heen. Door het turbulente patroon wat dit heeft, word zoveel mogelijk weefsel aangeraakt. Deuken in het weefsel zijn nadelig voor dit stroompatroon en de luchtweerstand.
Het septum
Het neustussenschot heeft een split functie. De neus is erdoor verdeeld in 2 kamers. Deze verdeling is nodig om de luchtstroom geconcentreerd naar boven te transporteren. De dikte en de vorm van het septum hebben ook invloed op de luchtstroom. Staat het septum scheef, dan stroomt de lucht anders binnen in de neus dan wanneer het bot recht staat. Bulten op het septum beïnvloeden ook de airflow. De dikte van het benige septum bied weerstand aan de lucht. Daarnaast is het bekleed met erectiel slijmvlies. Dit kan een beetje opzwellen, net zoals de onderste neusschelp deze mogelijkheid heeft. Het zwellichaam op het septum heeft een minder grote impact op de luchtweerstand dan de neusschelp. Toch is ook deze factor van belang voor een goede airflow.
Geperforeerd septum
Een gat in het septum kan een sterke invloed op de airflow hebben. De luchtstroom heeft, per neusgat, normaal gesproken aan de ene kant een wand waaraan neusschelpen hangen en aan de andere kant de gladde wand van het septum. Het septum hoort een gladde, rechte wand te zijn, waarlangs de lucht, swoesj, naar boven stroomt. Zit er een gat in het septum, dan kan de luchtstroom daarin blijven hangen. Dit gebeurd aan 2 kanten, want je hebt 2 neusgaten. De lucht kruipt in het gat en doordat aan de andere kant van het gat hetzelfde gebeurd, wordt dit effect 2 keer zo sterk. Het gevolg is; de lucht stroomt niet meer goed naar boven. Het kan allerlei vervelende gevolgen hebben; hyperventilatie gevoelens, duizelig worden of juist te weinig lucht krijgen.
Ademkracht
Het aanzuigen van de lucht komt doordat wij ademhalen. Terwijl u dit leest gebeurd dit ook. Ademhalen is een automatisch proces. Als er meer lucht nodig is word er dieper geademd. Bij inspanning versneld de ademhaling zich. Deze ademkracht heeft invloed op de airflow doordat de lucht met meer kracht door de neus stroomt. Het stroompatroon kan veranderen door een lagere of hardere adem intensiteit.
Airflow en het slijmvlies
Het slijmvlies heeft een specifieke interactie met de luchtstroom nodig om goed te kunnen functioneren. De cellen van het slijmvlies die hiermee te maken hebben zijn de trilhaarcellen en de vocht producerende cellen. De trilhaarcellen meten beweging en kunnen deze veroorzaken; de luchtstroom word geregisteert en het vocht getransporteerd. De sensorische trilhaarcellen werken samen met de zuurstofbehoefte van de mens. Het lichaam heeft de zuurstof echt nodig en ademt harder wanneer er meer zuurstof nodig is. De trilhaarcellen hebben deze zuurstof niet op dezelfde manier nodig maar geven door hoe hard de lucht binnenstroomt. Verstoringen in de airflow verstoren dus de luchtsignalen. Een constante te harde luchtstroom blaast het slijmvlies droog en overprikkeld de trilhaarcellen.
Daarom is een goede airflow van invloed op de conditie van het slijmvlies.
Akoestische afwijkingen: geluiden
Bij een luchtstroom kunnen zich ook geluiden voordoen. Wind die ergens langs waait kan gieren. In de neus gebeurd dit soms ook. Dit doet zich met name voor bij afwijkingen in de neus. Zoals een geperforeerd septum. Een gat in het septum is iets onnatuurlijks. De neus is niet gebouwd op het hebben van een gat in het septum. De lucht stroomt langs het gat en produceert een geluid. Net als wanneer men langs de opening van een fles blaast. Na een neusoperatie kan de airflow ook veranderen en kunnen er ineens hinderlijke geluiden te horen zijn. Doordat het gegier zich vlak bij het gehoor bevind is dit zeer hinderlijk.
Weergaven: 1916