Het resultaat van een neusschelpverkleining hangt af van vele factoren. Het doel van de ingreep is dat u beter kunt ademen, echter word dit resultaat niet altijd bereikt. Er kan gemakkelijk teveel weefsel worden verwijderd, waardoor de neus niet meer verstopt zit, maar de neus te ruim wordt. Artsen verzwijgen deze mogelijke uitkomst van de neusschelpverkleining, waardoor u onnodig risico loopt op levenslange problemen met uw neusademhaling. Hierom hebben wij deze website gemaakt. De neusschelpverkleining is de grootste medische misstand in de KNO heelkunde.
Het gewenste resultaat
De neusschelpverkleining heeft als doel om de neusademhaling te verbeteren. Een neusademhaling die geblokkeerd word door te grote neusschelpen kan een negatief effect hebben op de luchtstroom. Het doel is om de obstructie op te heffen, waarbij de functie van de neusschelpen niet word aangetast. De neusschelpen functioneren juist door hun grootte en door hun vorm. De grootte moet dus niet te groot én niet te klein zijn. Er hoeft maar een klein mini beetje te worden weggehaald om een verstopping op te heffen.
Dit is het gewenste resultaat.
In de praktijk
Er zijn geen cijfers bekend van het aantal geslaagde en mislukte neusschelpverkleiningen.
Een neusschelpverkleining is mislukt indien er teveel weefsel is verwijderd. Deze schade is onherstelbaar, terwijl als er teveel weefsel is achtergebleven dit achteraf wel nog kan worden gecorrigeerd. Gelukkig gaat het niet in álle gevallen verkeerd, maar helaas veel vaker dan bekend word gemaakt. De arts wil om de verstopping op te heffen de aanwezigheid van het weefsel verminderen. Dit gebeurd dan ook. Feitelijk gezien word dát resultaat altijd bereikt; een verkleining is een verkleining, of dit nu 20% of 80% is. Tevens valt het uiteindelijke resultaat nooit exact te voorspellen. Neusschelpweefsel reageert niet bij iedere patiënt hetzelfde op de ingreep, waardoor het uiteindelijke resultaat ook niet 100% te voorspellen valt.
Beoogde grootte
Het lijkt aannemelijk dat een arts een bepaald formaat van een neusschelp voor ogen heeft wanneer hij deze verkleind. Toch is dit niet het geval. Dit heeft 2 redenen. KNO artsen leggen namelijk de nadruk op het opheffen van de vergroting als resultaat en niet op een beoogde achterblijvende grootte. Het gedeelte; 'het behoud van de functie van de neusschelp', word teniet gedaan indien er teveel weefsel word verwijderd. Het zou dus tot de doelen moeten behoren om zoveel mogelijk weefsel te laten zitten. Immers kán dan de functie niet worden aangetast. Helaas gebeurd dit dus niet altijd naar behoren.
Size matters
Als er te weinig weefsel achterblijft na een verkleining word de werking van de neusschelpen verstoord. Daarom is het belangrijk dat de neusschelpen worden gereduceerd tot een normale grootte. Als een neusschelp vergroot is, moet men zich afvragen; hoe groot zou de neusschelp moeten zijn om onder een normale grootte te vallen? Daarom is het raadzaam om een verkleining heel secuur en minimaal uit te voeren. Het weefsel kan niet meer aangroeien. Een verkleining kan wel in stappen gedaan worden; er kan altijd nog verder worden verkleind als dat nodig blijkt te zijn. Een patiënt neemt aan dat een arts precies weet wat de gewenste grootte is, echter blijkt dit in de praktijk bijna nooit zo te zijn.
Verkleinen in stappen
Als een neusschelp met 10 % vergroot is, heeft hij een volume van 110%. Verkleint men hem met 20 %, dan blijft er 90% van het volume over. Dit is 10% te weinig. Zo zou er gekeken moeten worden naar het formaat van de neusschelpen. Het is overbodig en schadelijk om meer weefsel weg te halen dan nodig is. Een veilige marge is verkleinen met 5% per keer. Een minimale verkleining dus. De patiënt kan beter even een tijdje wennen aan het kleinere volume en dan kan worden beoordeeld of er nog meer weefsel moet worden verwijderd.
Meten is weten
De neusschelpverkleining word uitgevoerd op basis van de subjectieve verstoppingsklachten van de patiënt en de optische inspectie van de arts. Ondanks het bestaan van meetinstrumenten om de luchtstroom en blokkades op te meten worden deze vrijwel nooit gebruikt door KNO artsen. Het meten verdient veel meer aandacht. Zo kan een hoop leed worden voorkomen. Om brillen en gehoorapparaten aan te meten worden ook metingen gedaan. Voor zoiets belangrijks als het voorgoed verkleinen van een organen die de neusademhaling reguleren gebeurd dit niet.
Meetmethodes
Er zijn diverse eenvoudige meetmethodes die slechts enkele minuten in beslag nemen.
Het doormeten van de luchtstroom kan via rhinomanometrie gedaan worden. 1 neusgat word afgeplakt, waarna er in een kapje door de neus geademt word. Dit kapje zit aangesloten aan een apparaat wat de luchtstroming meet. Er zijn standaard waardes waarbinnen een te nauwe, normale en te grote luchtstroom valt. Zo kan er worden bepaald of de neusschelpverkleining moet worden uitgevoerd. Er kan ook gemeten worden vóór en na de verkleining. Zo weet men hoeveel effect de verkleining heeft gehad en of nog verder verkleinen schadelijk zou kunnen zijn.
In de praktijk word er voorafgaand aan een neusschelpverkleining nooit een rhinomanometrie gemaakt. Deze methode bied ook geen 100% duidelijkheid; de ene persoon voelt zich prettig bij een bepaalde luchtstroom, de andere niet. Wel geeft het enig inzicht over de fysieke luchtweerstand.
Weergaven: 2162