Het septum
In het latijn betekend septum 'schot tussen 2 ruimtes'. In de neus zit ook zo'n 2 vaks verdeling, wat we ook wel neustussenschot noemen.
Dit neustussenschot verdeeld de neus in 2 ruimtes. Hoog in de neus bestaat het uit bot, lager in de neus bestaat het uit kraakbeen. Doordat kraakbeen flexibel is kan het meegeven. Zo is de kans op een breuk minder groot. Over het gehele septum ligt een laag slijmvlies. Dit slijmvlies bevat zwellichamen die de luchtweerstand enigszins kunnen reguleren. Het septum word dikker en dunner al naar gelang dit nodig is. Bij verkoudheden zwelt het slijmvlies op als reactie op de verkoudheid.
Functies van het septum
Doordat het neustussenschot uitsteekt ten opzichte van de schedel, voorkomt het dat de neus naar binnen klapt. Het septum ondersteunt dus de kraakbenige trechtervorm waaruit de neus bestaat van binnenuit. Een soort tentstok.
De verdeling van de neus in 2 neusholtes is nodig zodat de luchtstroom geconcentreerd in en uit kan stromen. Deze luchtstroom concentratie is nodig om:
- de luchtstroom te reguleren/tegen te houden
- de inwendige neusschelpen goed te laten werken
- de mens met een bepaalde kracht te laten ademen
Als het septum er niet zat, zouden we 1 groot neusgat hebben. De bovenstaande functies zouden dan wegvallen.
Slijmvlies
Het gehele septum van de neus is aan de buitenzijde bekleed met slijmvlies. Dit slijmvlies maakt vocht en snot aan. Het houd de neus vochtig. Doordat het slijmvlies op het septum vochtig is worden de functies verwarmen en snotproductie vergroot.
Het slijmvlies wat de bedekking vormt van het tussenschot kan opzwellen. Dit is geen hoofdfunctie maar ter extra ondersteuning van de zwelcapaciteit die de neusschelpen hebben. Het slijmvlies zit vast aan het bot en kraakbeen. Daardoor blijft het kraakbeen soepel. Als het slijmvlies er niet over heen zou zitten zou het kraakbeen afsterven.
Weergaven: 1918